zondag 12 februari 2012

'HOGELAND - Winterland


Velen liepen de IJswadtocht op het Waddenijs bij Noordpolderzijl.
Mijn gedachten, impressies van dit inspirerende Hogeland & Waddenkust.
(o.a bij de fotos van Jacques Sambrink -Twitter: @jacsambrink en/of Jacsambrinks Photostream on Flickr)



De Zee, zij geeft, soms neemt het land Siberisch ’t heft in eigen hand.
Zij houdt zich in, in ijzig zwijgen.


Tussen Hemel licht en ijzig Wad,
zweef ik voort zonder richting

tegenpolen.


Hier op de ijsvlakte in slijk en sneeuw,
droom ik mij halverwege het noorderlicht.


Beproeving van het leven en nu mijzelf.
Glinsteringen licht vallen op het ijskoude Wad,
als tranen van geluk.

Het leven trekt aan ons voorbij.
Vandaag trekken zij voorbij, het leven.
Samenloop.

Wad...niets...is...mag...ZIJN.

 

Noordpolderzijl:
Buitendijks, sneeuwwit en ijzig
balanseer krachtig - sprookjesachtig,
in mijn element.

IJskappen wit en ver, verkleuring, vervaging, vergankelijk.

Hallucinatie:
Het roze rijmt de ruimte bovenaards met ijsbranding
Het ruimtelijke roze overal.
Verdwaal ik?


Scheidingstekens in de orde van puurheid,
gehuld in schier witte pijen
als monikken, hier gestrand
in bevroren waterland.

Paradijselijk Waddenijsland
binnen elementen van tijdelijkheid en ooit,
liep ik buiten mijzelf
mijn hoofd leeg en hart vol.


Winteravond; haar warme glimlach kristalhelder en zon teder.


Eens zal het zich herhalen; ijsafzetting,
dat mij het onbereikbare zal onthouden.











donderdag 5 januari 2012

't HOGELAND

t' HOGELAND, inspireerde mij tot deze gedachten in maximaal 140 tekens gevat...

2012:
Het oog van de storm dat verwilderd blikt en nat, onstuimig kust naar Wad bestemming. (Waddenkust)

2011:
Vanmorgen boven 't Hogeland een pallet aan prachtige kleuren, ik wilde voorbij de horizon.
De wind huilt en hagelt. Luister naar herhaling van verlies, verlangen. Vorm van rauw, wat mij kwetsbaar krachtig maakt.
Aan de rand van Nederland, hier vind ik het einde van een nieuw begin. Nu op de dijk kent mijn aanwezigheid, geen verleden, geen toekomst.
Windkracht geselt eenzame bomen. Veerkracht laat takken buigen onder zweepslagen. Ik loop voorbij en houd mij op de vlakte.
In het grijs boven mij kraaiende tonen, onder mijn voeten het monotone zwart. Hier kan ik aarden.
Lekker vroeg thuis, wandeling met hond. Waar de hemel de zon niet meer ziet en ik in het donker ruimte vind.
In een verlaten appelboomgaard Abelstok, ademde ik zoete geuren gist vergankelijkheid... en omhulde mij met troostelijk grijs.
Ochtendwandeling in grijze nevel, klaart de mist in mij op.
Geploegde aarde, zwarte lijnen, daar liep ik asymmetrisch door Niemandsland.
Zuiveren; vrije week, blubberen in vette klei, nabij kwelder en kust. Ruimte in alle opzichten.
Op het land dat leeg raakt, raakt de herfst mij. Heerlijk!
In zag ganzen in hun vlucht, één gaf richting aan.